Nederland wekt de meeste duurzame energie op in maand januari

Home » Blog » Nederland wekt de meeste duurzame energie op in maand januari

De Nederlandse productie van duurzame energie is in 2019 met 13 procent gestegen, bleek maandag uit cijfers van de Sociaal-Economische Raad (SER). Alhoewel zonne-energie het snelst groeit, ligt de productie van duurzame elektriciteit in de wintermaanden het hoogst. Dat komt vooral door het rendement van windparken: die produceerden de meeste stroom in december, januari en maart.

Het totaal vermogen aan windenergie steeg in 2019 met 4 procent. Komend jaar zet deze stijging naar verwachting door, als ook nieuwe windparken op de Noordzee in gebruik worden genomen.

De snelste groei komt in Nederland momenteel van zonne-energie. Het aantal zonnepanelen groeit in Nederland explosief. In combinatie met een relatief zonnig jaar steeg de productie van groene stroom uit zonne-energie daarom in 2019 met maar liefst 46 procent. Dit is genoeg om twee miljoen huishoudens van elektriciteit te voorzien, maar desondanks nog niet meer dan 4 procent van de totale Nederlandse stroombehoefte.

Ook de productie van elektriciteit en warmte uit biomassa steeg afgelopen jaar, met 13 procent. Dit is in Nederland de grootste officiële bron van duurzame energie, zij het dat er afgelopen jaar een discussie ontstond of het predicaat ‘duurzaam’ wel in alle gevallen terecht is. De winst voor klimaat en milieu is gering, als toenemend gebruik van biomassa ten koste gaat van bossen.

Of Nederland doelen voor 2020 haalt is nog behoorlijk onzeker

Het is verder nog de vraag of de groei van duurzame energie snel genoeg gaat om zowel de energie- als klimaatdoelen in Nederland te halen. De overheid had aanvankelijk het doel om in 2020 16 procent van het totale energiegebruik duurzaam op te wekken, maar verschoof die ambitie enkele jaren geleden door naar 2023. Het officiële doel voor 2020 is nu 14 procent duurzame energie.

Naar verwachting wordt het doel voor 2023 wél gehaald, maar is dat voor 2020 onzeker. Dit komt onder andere door vertraging van windprojecten op land. Afgelopen jaar stond Nederland met het aandeel duurzame energie nog op de een na laatste plek van de EU.

Daar komt bovenop dat Nederland niet op koers ligt om het klimaatdoel voor 2020 te halen. Drie rechterlijke uitspraken op rij in de Urgenda-zaak stellen dat de Nederlandse uitstoot van broeikasgassen eind 2020 tenminste 25 procent onder het niveau van 1990 moet liggen, om zo een evenredige bijdrage te leveren aan de strijd tegen gevaarlijke klimaatverandering. Een toename van duurzame energie is één manier om die uitstoot te verlagen. Een ongeveer even groot deel van uitstootreducties wordt doorgaans geleverd door verschillende vormen van energiebesparing.

Volgens Urgenda-directeur Marjan Minnesma heeft Nederland in 2020 nog een gat van achttien miljoen ton CO2 te dichten en wordt de omvang van deze kloof in eerdere berekeningen door het Planbureau voor de Leefomgeving nog behoorlijk onderschat.

Bron: nu.nl